Home Nieuws Blogs Blog | De aanpak van VP Capital voor de reductie van haar CO2-uitstoot

Blog | De aanpak van VP Capital voor de reductie van haar CO2-uitstoot

2 november 2023

We zijn het er allemaal over eens: bedrijven moeten hun CO2-emissies verlagen. Maar met hoeveel moet de CO2-uitstoot dan worden verlaagd om het verschil te maken? Om op die vraag te antwoorden, hebben we reductiedoelstellingen opgesteld en deze laten valideren door het Science Based Targets initiative (SBTi), een organisatie die bedrijven helpt om hun doelen wetenschappelijk te onderbouwen.

Tegen 2030 willen we als family office onze eigen CO2-emissies met 46% reduceren ten opzichte van 2019. Ook onze indirecte uitstoot willen we inperken. We besloten in 2021 om ons te committeren aan Science Based Targets. Dat zijn op de wetenschap gebaseerde doelen waarmee bedrijven hun uitstoot en reductieplannen grondig kunnen analyseren. Projectmanager Duurzaamheid Mark Schravesande: “We wilden zeker weten dat onze CO2-reductieplannen ambitieus genoeg waren. Het Science Based Targets initiative (zie kader) was op dat moment nog relatief nieuw, maar al goed op weg om de globale standaard te worden.

Wereldwijd waren we bij de eerste twintig financiële instellingen die zich wilden committeren. Ons validatietraject maakte deel uit van een pilot om de eerste richtlijnen voor de financiële sector te testen. Nog niet alles was duidelijk, waardoor de formulering van onze targets best uitdagend was.” Tijdens het validatieproces publiceerde het SBTi een eerste versie van een aparte set richtlijnen specifiek voor private equity-organisaties. “We hebben onze berekening en formulering daar nog op aangepast.

CO2-voetafdruk

Haar CO2-voetafdruk had VP Capital wel al goed in beeld. “Sinds 2018 berekenen we jaarlijks onze CO2-voetafdruk in samenwerking met adviesbureau CO2Logic. Dat doen we volgens de wereldwijd erkende methodologie van het Greenhouse Gas Protocol.” Dat protocol deelt de uitstoot op in drie scopes.

  • Scope 1: de directe uitstoot van bedrijfsactiviteiten.
  • Scope 2: de indirecte uitstoot van aangekochte energie. Via ons energieverbruik hebben we invloed op de emissies van bijvoorbeeld de elektriciteitscentrale waar we elektriciteit aankopen.
  • Scope 3: alle overige uitstoot die, al dan niet indirect, het gevolg is van bedrijfsactiviteiten.

In 2022 bedroeg onze CO2-voetafdruk 8.896 tCO2-equivalent. Onze scope 1 en 2-emissies waren 20 tCO2, bijna verwaarloosbaar in vergelijking met die van onze totale footprint inclusief scope 3. “Ons kantoor in Goirle draait namelijk volledig op duurzame energie, met biomassawarmte en groene stroom. Daarnaast waren de meeste leaseauto’s van het personeel in 2020 al volledig elektrisch. De resterende uitstoot komt van enkele niet volledig elektrische auto’s en het gasverbruik voor de verwarming van ons kantoor in Turnhout.

De emissies van scope 3 bestaan bijvoorbeeld uit zakenreizen en aangekochte producten en diensten, maar ook uit de scope 1 en 2-emissies van alle ondernemingen waarin we investeren. “Ze staan wel in verhouding tot ons investeringsaandeel. Een voorbeeld: voor een investering waarin we een aandeel van 10% hebben, rekenen we ook slechts 10% van de scope 1- en scope 2-uitstoot mee in onze eigen scope 3-uitstoot. De scope 3-uitstoot van onze portfoliobedrijven laten we buiten beschouwing. We stimuleren de portfoliobedrijven wel om hun scope 3-uitstoot in kaart te brengen en te verlagen.

Het blijft een grote uitdaging om de uitstoot van al onze investeringen te becijferen. In 2022 konden we voor het eerst de CO2-voetafdruk van alle directe investeringen meenemen in onze scope 3-uitstoot, inclusief de beursgenoteerde ondernemingen. In totaal slaagden we erin 80% van het geïnvesteerde kapitaal mee te rekenen. Alleen de uitstoot van fondsen valt daar voorlopig nog buiten.

Onze CO2-uitstoot – scope 1, 2 en een groot deel van scope 3 – compenseerden we via CO2Logic door vier projecten financieel te steunen: een project in India voor de bouw van windturbines, een project in India rond de levering van efficiënte fornuizen, een duurzaam houtplantageproject in Sierra Leone en een herbebossing- & natuurbehoudsproject in Zambia. Op die manier zijn we al drie jaar lang een CO2 Neutral Company.

Targets 2030

VP Capital definieerde de volgende SBTi-gevalideerde targets:

Voor sommige doelen zijn we goed op weg, voor andere moeten we nog een tandje bijsteken. In 2022 slaagden we erin om onze eigen uitstoot met 22% te reduceren ten opzichte van 2019. Voor onze vastgoedinvesteringen was dat zelfs een vermindering van 25%.

We hebben nog heel wat inspanningen voor de boeg”, besluit Mark Schravesande. “Om onze eigen uitstoot te verminderen gaan we bijvoorbeeld de resterende hybride auto’s uit ons wagenpark vervangen door volledig elektrische exemplaren. Omdat we als kleine huurder weinig maatregelen kunnen nemen met betrekking tot ons kantoor in Turnhout (hoewel we ook daar proberen om de omslag naar duurzaamheid te stimuleren) is het vervangen van die auto’s  de enige reductie die nog mogelijk is.

Daarnaast sporen we onze beursgenoteerde en directe portfoliobedrijven aan om hun eigen Science Based Targets vast te leggen. We hadden ervoor kunnen kiezen om een CO2-reductiedoelstelling op te stellen voor ons portfolio. Maar we hebben besloten om onze investeringen te overtuigen om zelf SBT-targets te laten valideren. Dat zorgt hopelijk voor meer commitment bij de bedrijven.

Omdat VP Capital een groot deel van haar kapitaal direct investeert, gingen we eerst met die investeringen aan de slag. “We bieden advies en ondersteuning aan, gebaseerd op de kennis die we zelf hebben opgebouwd. Met succes, want Mediahuis en Batenburg Techniek hebben zich gecommitteerd en zijn bezig met doelen op te stellen om ze te laten valideren. De SBT’s van Q-lite, Hydrowear en HAVEP zijn al gevalideerd. Onder de beursgenoteerde bedrijven, waarin we over het algemeen weinig investeren, zijn er nog geen die zich willen committeren, ook al moedigen we dat sterk aan. Hier zullen we door middel van dialoog en ondersteuning nog flink aan de bak moeten.

Een hele uitdaging

De doelstelling voor vastgoed blijft een uitdaging. “Het traject naar validatie bleek erg intensief. Vaak waren gegevens niet beschikbaar en moesten we een schatting maken van de CO2-afdruk van onze panden. Het SBTi bood op dat vlak op dat moment ook weinig methodologische ondersteuning. Uiteindelijk hebben we er langer dan een jaar over gedaan om een goed overzicht te hebben.

Uit de resultaten van de SBT-tool bleek bovendien dat er een grotere reductie nodig was dan we aanvankelijk hadden gedacht. Dat is een zware dobber, zeker omdat een groot deel van de panden waarin we rechtstreeks investeren al bovengemiddeld duurzaam is. Denk maar aan het nieuwe gebouw van HAVEP.

Voor panden waarin we direct investeren, laten we energiescans uitvoeren en gaan we in gesprek met de mede-eigenaars en/of huurders. Voor nieuwe huurders nemen we in de huurovereenkomst al afspraken op over groene stroom en het delen van verbruiksdata. Nieuwe investeringen in direct vastgoed zullen we vooraf screenen om te controleren of ze in lijn zijn met onze SBT’s.

Het grootste struikelblok is dat we een deel van ons kapitaal investeren in vastgoedfondsen, waarop we maar een beperkte invloed hebben. We hebben er dan ook uitdrukkelijk voor gekozen om in dialoog te gaan met de fondsmanagers en hen te stimuleren om te verduurzamen. In vele gevallen bleek het management op dezelfde golflengte te zitten.

Nieuwe ontwikkelingen

Afgezien van het feit dat we dus nog volop aan de slag gaan om onze doelen te realiseren, eist het SBTi ook dat de doelen om de 5 jaar worden herbekeken. “Dat is ook nodig, want de organisatie blijft nieuwe guidelines ontwikkelen en de bestaande aanscherpen. Zo weten we dat er een nieuwe versie aankomt van de richtlijnen voor financiële instellingen. Daardoor verandert de manier waarop targets voor verschillende asset classes berekend moeten worden.

Daarnaast kijken we uit naar de net zero-richtlijnen voor financiële instellingen voor (uiterlijk) 2050. Een verschil met de near-term targets (voor 2030) zou zijn dat er niet alleen wordt gekeken naar de uitstootreductie van gefinancierde (klimaatnegatieve) activiteiten, maar ook naar de financiering van klimaatpositieve activiteiten. Zodra het kan willen we ons daar zeker ook aan committeren. Ook al zijn deze langere termijnrichtlijnen nog niet bekend, we verwachten dat minimaal ca. 90% van onze portfoliobedrijven zich zal moeten committeren aan het SBTi. Het heeft dan ook geen zin om te wachten tot de definitieve richtlijn bekend is - of dit nu 80, 90 of 95% wordt, we moeten hoe dan ook doorgaan met het aanmoedigen van onze portfoliobedrijven om er werk van te maken.

Er komt bovendien een aparte set van richtlijnen voor vastgoed of het investeren in vastgoed. “De manier waarop de uitstoot van onze vastgoedportefeuille wordt berekend, zal dus nog veranderen. Ook voor specifieke sectoren, zoals textiel en landbouw, denkt het SBTi guidelines uit. Dat is dan weer relevant voor onze portfoliobedrijven. Wij blijven de laatste ontwikkelingen alvast op de voet volgen.

Het Science Based Targets initiative

Heel wat bedrijven en financiële spelers willen net als wij berekenen hoeveel en hoe snel ze hun broeikasgasemissies moeten verminderen om de ergste gevolgen van de klimaatverandering te voorkomen. Wie dat volgens de meest recente wetenschappelijke kennis wil doen, kan terecht bij de onafhankelijke organisatie Science Based Targets initiative. Het SBTi helpt bedrijven bij het opstellen van reductietargets en valideert de doelen als ze overeenstemmen met de verminderde uitstoot die nodig is om de doelstelling van het Parijsakkoord te halen behalen en dus de gemiddelde opwarming van de aarde te beperken tot 1,5°C.